We kiezen onze wagen voorzichtig en doordacht. We hechten belang aan het financiële, ecologische en praktische bij een wagen. Voor een bedrijfswagen is dit niet anders. Deze 3 en meer -ook het oog wil wat- parameters worden op de weegschaal gelegd, één of meer wegen door. De zwaarste bepaalt meestal onze keuze.
Benzinewagens worden vaak beschreven als milieuvriendelijkere verbrandingsmotor. Een benzinewagen verbruikt minder brandstof bij stadsverkeer of filerijden, wat steeds vaker voorkomt.
Moderne benzinewagens hebben een vergelijkbare (lees: hogere) CO2 uitstoot dan hun diesel variant, maar stoten geen of weinig roet uit. Het verschil in fijnstof is wat de benzinevariant milieuvriendelijker maakt. De BIV en jaarlijkse wegenbelasting van een benzinewagen ligt lager ondanks een (vaak) hogere CO2 uitstoot, dit is door de toegepaste coëfficiënt.
Echter, benzinewagens moeten ook voldoen aan de Europese normen. Oudere wagens verbruiken erg veel brandstof en hebben geen filters voor uitlaatgassen. Velen onder ons herkennen de geur, die mooie oldtimer laat de motor draaien en we staan er vlak achter. Dat is niet meer bij moderne wagens.
Moderne benzinewagens zijn voorzien van een turbo die helpt bij lagere toerentallen, een variabele brandstof inspijzing en een katalysator (wat is dat?). Sterker nog, benzinewagens uit productie na september 2018 zijn voorzien van een OPF (Otto Partikel Filter) of de roetfilter van een benzinwagen. Deze houdt nogmaals schadelijke fijne deeltjes tegen die ontsnapt zijn.
Kortom, een moderne benzinewagen is voorzien van een hele boel nieuwe technologie als gevolg van jaren R&D. Ze zijn niet meer de meest ecologische keuze, maar zeker niet de meest vervuilende. Het is een betrouwbare, praktische keuze voor zij die weinig kilometers rijden.
Commenti